Ruim 90 procent van de gemeenteraadsleden vindt het raadswerk redelijk tot zeer zwaar. Dat blijkt uit een enquête onder 2.361 raadsleden, uitgevoerd door onderzoeksbureau Overheid in Nederland in opdracht van NRC Handelsblad.
Bijna de helft van de raadsleden (46 procent) kan het raadswerk maar “met moeite” combineren met andere verplichtingen. Het raadswerk kost de meeste raadsleden 15 tot 25 uur per week, blijkt uit de enquête.
De vergoeding voor het raadswerk ligt meestal – afhankelijk van inwonertal – ruim onder de 900 euro bruto per maand. Driekwart van de raadsleden heeft een betaalde baan ernaast. En dat eist zijn tol.
Stap terug
Sommige raadsleden doen een stap terug in hun carrière, zoals jonge ouders die het raadswerk niet kunnen combineren met een fulltime baan. “Een baan van 24 uur is het maximum”, zegt een raadslid met twee kinderen. Gepensioneerden hebben dat tijdsgebrek niet, en dus vergrijzen de raadszalen van Nederland.
Vergrijzing gemeenteraad
Bijna 80 procent van de raadsleden verwacht dat het werk alleen maar zwaarder wordt, als gevolg van de overheveling van rijkstaken naar gemeenten in 2015, zoals de jeugdzorg en de langdurige zorg. De vergrijzing van de raad dreigt toe te nemen: alleen gepensioneerden hebben de tijd om aan de eisen van het raadswerk te voldoen.
Ondersneeuwen
Nog een mogelijkheid: het raadswerk sneeuwt onder. Dat patroon is al zichtbaar. Uit de enquête blijkt dat 15 procent van de fulltime werkende raadsleden slechts vijf tot tien uur per week aan het raadswerk besteedt. Te weinig om de macht effectief te controleren, zeggen de raadsleden in koor.